zaterdag 2 november 2019

Sopraan Felicity Lott is juryvoorzitster van het 53ste IVC LiedDuo concours in november. Het IVC sprak haar drie weken voor het concours.

Door: Rahul Gandolahage
Foto: Trevor Leighton

Felicity Lott heeft haar allereerste zangopname nog. Opgenomen bij haar thuis in Cheltenham, Engeland in 1949. Ze was twee. Haar moeder liet haar voor de microfoon een kerstliedje zingen voor haar oma. Tien jaar later kreeg ze haar eerste zangles. Toch zou het nog even duren voor het in haar opkwam dat ze van zingen ook wel eens haar beroep zou kunnen maken. Pas toen ze voor haar graad – ze studeerde Frans – al een jaar studeerde in Grenoble, meldde ze zich voor het eerst aan op een echt conservatorium. Een lieve leraar zei haar dat ze wel eens zangeres zou kunnen worden, mits ze iets harder zou studeren. Ze maakte eerst nog haar studie af, maar terug in Engeland werd ze vrijwel meteen aangenomen op de Royal Academy of Music in Londen. ,,I loved it.”

Felicity’s eerste operarol was die van Pamina in Mozarts Die Zauberflöte bij de Engelse Nationale Opera in 1975. Daarna ging het hard en reisde ze de wereld over voor talloze operarollen, liedrecitals en opera’s. In Nederland werd ze vooral bekend van haar vele samenwerkingen met Bernard Haitink, zowel op de plaat als in het Amsterdamse Concertgebouw.

Nu, op 72-jarige leeftijd, zingt ze nog steeds. Aan de telefoon vertelt ze dat ze onlangs nog een recital zong in haar vertrouwde geboortestadje. Vlak voor het aanstaande IVC vliegt ze naar Italië om Poulencs La Voix Humaine te zingen, en vlak na het IVC staan er optredens in Parijs op de rol. Onvermoeibaar gaat ze door, samen met haar vaste liedpianist Graham Johnson. Een vriend voor het leven die ze op de Royal Academy al ontmoette. ,,Ik ben nog op zijn 21ste verjaardag geweest!”, lacht Felicity. Ook op het IVC werken ze samen, als juryleden en als masters in de masterclass op 23 november.

Tekst gaat door onder de video

Één keer deed Felicity Lott zelf mee aan een concours. Ze zal een jaar of 23 zijn geweest. ,,Ik werd er meteen uitgegooid en ik besloot het nooit meer opnieuw te proberen. Ik heb er de zenuwen niet voor.” Ze voelt veel sympathie voor de jonge duo’s nu. ,,Gelukkig zet niet elke zenuwachtige zanger zich compleet voor schut..” zegt ze alsof je zelf de ‘zoals ik deed’ mag invullen. ,,Maar er zijn nu zoveel meer competities dan toen. Volgens mij kun je er zelfs aan gewend raken. Zangers van nu kunnen een stuk beter tegen afwijzing. Je moet ook wel, met alle Social Media kunnen mensen nog veel makkelijker een oordeel over je vellen dan vroeger. Zangers nu ontwikkelen een veel dikkere huid.” En dat is knap, want voor het Lied is een bepaalde kwetsbaarheid juist essentieel. ,,Geen idee hoe jonge zangers dat tegenwoordig kunnen combineren. Ik zou het niet kunnen.”

Felicity Lott is een openhartige vrouw. ,,Ik ben altijd een erg nerveuze zangeres geweest,” geeft ze toe. Sterker nog, ,,eigenlijk was ik altijd doodsbang. Meestal programmeerde ik daarom expres een serieuze opening en liet ik de stukken steeds lichter worden, zodat ik aan het einde van het concert zelf ook kon genieten.” Zelfs met haar staat van dienst en jarenlange ervaring is ze nog nerveus, al is het op een andere manier. “Nu ben ik nerveus omdat ik geen 35 meer ben.” Maar, zegt ze ook, ,,die zenuwen heb je nodig. Zonder is het nog veel erger. Zonder die adrenaline gebeurt er niks. Als ik van te voren geen zenuwen zou voelen, zou ik op het podium plotseling zenuwachtig worden omdát ik geen zenuwen heb gevoeld.” Felicity moet juist het podium op willen ,,to get it over with.”

Het grote verschil met opera is dat je er bij een liedrecital samen met je pianist helemaal alleen voor staat. ,,Je speelt geen rol, je bent gewoon jij. Bij opera kun je je achter zoveel verbergen, je personage, je kostuum, de make-up, het orkest, de dirigent. Er kan natuurlijk heel veel misgaan, maar dat is niet per se jouw fout. Bij een recital is het állemaal jouw fout. Het is wel voorgekomen dat ik de tekst van een lied vergat en dat de zaal in lachen uitbarstte.” Vreselijk moet zoiets zijn, toch? Nee, dat dan toch weer niet: ,,dat werkte juist nogal geruststellend, want erger dan dat wordt het toch niet meer.” Ze lacht en herhaalt: ,,but I loved it.”

Tekst gaat door onder de video

,,Het is heerlijk om zo’n soort band aan te gaan met het publiek. Om tegen ze te kunnen ‘praten’ met een lied, om iets met ze te delen dat zich op zo’n persoonlijk niveau afspeelt.” En ook dat is met de jaren veranderd, zegt ze nadenkend. ,,Je ervaart steeds een beetje meer van het leven, wat invloed heeft op hoe je een stuk brengt. Er zijn liederen die me als een jonge zanger erg simpel leken, die met de leeftijd en ervaring plots veel betekenisvoller werden.” Een beetje levenservaring is essentieel, zegt Felicity. ,,Je moet er iets van jezelf in kunnen stoppen, anders blijft er erg weinig over.” Hoe zit dat dan met de duo’s in het concours? Die zijn tenslotte erg jong. Felicity: ,,Dat geeft niet. Bij jonge zangers zoek je naar verbeelding en fantasie, en respect voor de emotie achter de tekst en de muziek. Ook als zij ouder worden zullen hun interpretaties ongetwijfeld veranderen, maar het omgekeerde is ook waar. Jonge zangers kunnen met een interpretatie komen die compleet nieuw is voor oudere zangers en pianisten als ik en Graham. Dat is geweldig.”

De ,,…and I love it” valt nog eenmaal, nu als het over masterclasses gaat. Felicity geeft dus tijdens het concours samen met pianist Graham Johnson een openbare masterclass aan duo’s die de finale niet gehaald hebben. ,,Vroeger dacht ik dat ik niet geschikt was voor het geven van masterclasses, maar ik doe het steeds meer, and…” Het werken met jonge zangers is als een heerlijke teug frisse lucht. ,,Heerlijk om bij jonge mensen te staan, vol hoop en optimisme en talent. En op hun beurt is het soms fijn om te zien dat mensen die al een zekere carrière achter de rug hebben diep vanbinnen nog steeds even zenuwachtig zijn als zij.”

Zelf herinnert ze zich haar eerste masterclass op de Royal Academy. ,,Die kreeg ik van Hugues Cuénod, de Zwitserse tenor. Een geweldige man. Ik zong Asievan Shéhérazade [van Ravel], en mijn begeleider was een nogal getalenteerde jonge jongen genaamd Simon Rattle...” Voor een andere masterclass, gegeven door Pierre Bernac, was haar bromfiets net niet snel genoeg om haar op tijd af te zetten. Het was winter, ze moest haar helm en jas zowat afpeuteren om ze ergens in een hoek te gooien en direct het podium op te stappen. ,,Och, het was vreselijk.” Maar ze ontmoette er wel een andere vriend voor het leven. Een jonge tenor die meedeed heette Anthony Rolfe Johnson. ,,Tegen hem zei Bernac iets wat óók kan gebeuren op een masterclass: ‘ik heb niets te zeggen. Dat was gewoon goed.’”

Tekst gaat door onder de video

,,Je moet voorzichtig zijn met jonge zangers. Het verschil met instrumentalisten is toch dat kritiek op zangers direct over hun eigen lichaam gaat. Die kritiek moet je als coach zachtjes brengen. En al helemaal voor een publiek, bij zo’n openbare masterclass. Stel je voor dat je lang hebt geoefend op een stuk en plotseling zegt een master ‘Nee, dat is fout. Doe het zus. En doe het zo.’ Probeer dat maar eens in je op te nemen en direct te veranderen, in al je kwetsbaarheid voor het publiek.” Over haar rol als master is ze duidelijk: ,,ik ben geen gladiator die tegenover de zanger het publiek vermaakt, zoals soms gebeurt. Ik moet ervoor zorgen dat het publiek hoort dat iets kleins daadwerkelijk kan veranderen in zulke korte tijd.”

Dat ze goed met Johnson kan samenwerken, weet Felicity sinds haar moeder eens na een optreden zei: ,,ik hoor niet wie nou wat doet. Jullie geluid is samen één.” Felicity: ,,De complete veiligheid, het precies weten wat de ander gaat doen, het absolute vertrouwen in de ander.” Dat is wat een duo sterk maakt. Daar hoef je volgens Felicity niet per se een decennia lange band voor te hebben. ,,Het is goed als duo’s maar innig samen hebben gewerkt en samen hebben nagedacht over hun interpretatie.”

De volledige La Voix Humaine van Francis Poulenc gezongen door Felicity Lott: