Zaterdag 21 januari 2023
17:00 uur
Grote Kerk, Kerkstraat 20, 's-Hertogenbosch (Google Maps)
Kaartverkoop / bezoekersinformatie: www.bach-cantate.nl

Op zaterdag 21 januari 2023 om 17.00 uur wordt in de Grote Kerk door het Bachcollegium ‘s-Hertogenbosch de cantate “Singet dem Herrn ein neues Lied”, BWV 190 uitgevoerd.

Programma:
Orgel: Praeludium in C-dur, BWV 547
Motet: Lobet den Herrn, alle Heiden, BWV 230
Cantate: Singet dem Herrn ein neues Lied, BWV 190
Orgel: Fuga C-dur, BWV 547

Solisten:

  • Véronique van der Meijden, mezzosopraan
  • Milan Faas, tenor
  • Michiel Nonhebel, bariton

Bach Collegium 's-Hertogenbosch
Jeroen Felix, dirigent

Motet: Lobet den Herrn, alle Heiden, BWV 230

Pas in 1821 dook het motet Lobet den Herrn op in een gedrukte versie.
Dat riep gelijk de nodige twijfel op aan Bachs auteurschap.
Lobet den Herrn wijkt ook nogal af van de andere motetten: het is slechts vierstemmig terwijl de andere motetten vijfstemmig of dubbelkorig zijn. Het bestaat slechts uit één deel en heeft een afzonderlijke continuopartij die niet samenvalt met de vocale baspartij en het is niet opgetrokken rond een koraalmelodie, maar behandelt een psalmtekst, de zeer korte Psalm 117.

Cantate: Singet dem Herrn ein neues Lied, BWV 190

Bach schreef cantate 190 voor nieuwjaarsdag 1724, de eerste keer dat hij in Leipzig een cantate componeerde voor deze grote feestdag en waarbij je dus mag verwachten dat hij al zijn beschikbare middelen heeft ingezet voor een luisterrijk muziekstuk. Later hergebruikte hij deze muziek met een nieuwe tekst van zijn toenmalige librettist Picander bij de tweehonderdste herdenking van de Augsburger Konfession op 25 juni 1730 (de parodiecantate BWV 190a, waarvan slechts de tekst resteert).
Waarschijnlijk zijn na deze ‘heruitvoering’, waarvoor immers alle instrumentale partijen ongewijzigd bruikbaar waren, deze partijen alsmede de partituur van de eerste twee delen verloren gegaan. Van die twee stukken zijn slechts de twee partijen van de tutti-violisten (doubletten) en de originele vocale partijen bewaard gebleven. Deze waren door de nieuwe tekst niet meer bruikbaar. Samen met de informatie over de zeer uitgebreide orkestbezetting, die blijkt uit het omslag van de partijen en het slotkoraal (naast strijkers en continuo drie trompetten, pauken en drie hobo’s), vormen deze overgebleven partijen het uitgangspunt voor alle reconstructies van BWV 190 waarop integrale uitvoeringen derhalve zijn aangewezen.